Trumatic SLP3002, Gaskachel met drukknopontsteking en thermostaat voor caravans
Aanwijzingen voor het gebruik in Duitsland:
Let er a. u. b. op, dat deze kachel niet door de Duitse Kraftfahrt-Bundesamtgoedgekeurd is, en in Duitsland niet in cabines van vrachtwagens respectievelijk in direct daarmee in verbinding staande ruimten ingebouwd mag worden. Gebruik a. u. b. hiervoor onze type goedgekeurde kachels met ontstekingsautomaat.
Inbouwhandleiding
Voorschriften
Inbouw en reparatie van de kachel mag alleen door de vakman gedaan worden. In Duitsland moeten zowel gas apparaten, opstelling van de flessen, plaatsing van de leidin2en, als gebruik en dichtheidscontrole volgens de DVGW Arbeitsblatt G 607 voor voertuigen geschieden.
Bij gebruik van de kachel in voertuigen die van de openbare weg gebruik maken, waarvan de ruimte waarin men verblijft in verbinding staat met de cabine, moeten in Duitsland de eisen van de STVZO para 22a opgevolgd worden.
Elke verandering, die aan de kachel (incl. afgasafvoer en schoorsteen) doorgevoerd wordt, alsmede het niet in acht nemen van de inbouwhandleiding, leidt tot beëindiging van de gebruiksvergunning van het voertuig.
Inbouwvoorschrift
Gewoonlijk wordt de kachel onder in de kledingkast van de caravan ingebouwd. Alvorens de kachel in te bouwen dient aan de hand van het sjabloon de plaats van het bodemgat bepaald te worden voor de verbrandingslucht toevoer (V) RECHTS of LINKS onder de kachel (Afb. B is rechts - afb. G is links). Het verbrandingsluchttoevoerkanaal van de kachel mag niet in het spatbereik van de wielen liggen, evt. spatbescherming aanbrengen. Rookgasafvoerbuizen en schoorsteen moeten zodanig geïnstalleerd worden, dat het binnendringen van afvoergassen in het voertuig niet mogelijk is.
Attentie bij motorhomes:
Allerlei zaken op het dak ,zoals imperiaals, e. d. in de buurt van de schoorsteen, staan een goed verbrandingsproces van de kachel, m. n. tijdens het rijden, in de weg. Voor motorhomes steeds z. g. T-schoorsteen, indien noodzakelijk met verlenging, gebruiken. Bovendien moet de toevoer voor frisse lucht, noodzakelijk voor de verbranding, goed onder de wagen uitsteken en mag niet gehinderd worden door assen, e. a. auto-onderdelen. Indien dit niet mogelijk is dient een verlengset voor de verbrandingslucht toevoer gemonteerd te worden (extra verkrijgbaar). Bij het niet aanhouden van deze aanwijzingen bestaat geen aanspraak op garantie voor de daardoor ontstane schades aan de kachel.
Kachelinbouw
1. Aan de voorkant van de kast 480 x 480 mm uitzagen. Voor een correct functioneren van de kachel is het belangrijk dat de sokkel van de kachel en de onderkant van de inbouwkast op een gelijke vlakte gemonteerd worden (de bedieningsknop moet juist aan de mantel aansluiten, zie afb. A).
2. Afb. B: De buitendeel van de inbouwkast (1) voorlopig in de kastopening plaatsen. Sjabloon voor de bodemuitsparing zo in de inbouwkast plaatsen, dat het precies achter tegen de hoeken aanligt en met spijkertjes bevestigen. (LET OP: rechts- of links-inbouw). De buitendeel van de inbouwkast er uit nemen.
3. Overeenkomstig sjabloon de bodemopening uitzagen, 2 gaten 8 mm 0 voor de vloerschroeven boren en het punt voor de buitenste bevestigingsschroef voorsteken. Maten precies aanhouden!
4. Inbouwraam (2) in de bodemopening (V) plaatsen (deze wordt bij het bevestigen van de kachel ingedrukt). Beide bodemschroeven (3) en bevestigingsstrips (4) met de beide moeren (5) monteren.
5. Afb. F: Voorgestanste deksel aan de inbouwkast, voor de doorvoer van de afvoerbuis, aan de juiste zijde doorbreken (R = rechts-inbouw, L = links-inbouw).
6. Afb. D: De buitendeel van de inbouwkast plaatsen en met de 4 parkers (6) of met nieten bevestigen. Bij kampeerauto's bovendien het binnendeel met 2 schroeven bevestigen.
7. Afb. D: Inbouwkast- binnendeel monteren: Korte houder (19) en lange (18) overeenkomstig de kachelinbouw links of rechts in de uitsparing plaatsen (afb. D toont rechts-inbouw). Inbouwkast-binnendeel met de beugels (29) in de achterste gleuf links of rechts hangen. Omhoog klappen en met 2 schroeven (34) vastzetten. Bij montage van een Trumavent dient u gebruik te maken van de 3 schroeven (35) aan de achterkant van de inbouwkast. Indien geen Trumavent gemonteerd wordt dienen de 3 schroeven toch vastgedraaid te worden, hiermee worden de inbouwkastdelen met elkaar verbonden.
8. Afb. B: Warmtewisselaar (W) in de bodemuitsparing plaatsen. Thermostaatvoeler met de afschermkap (7) in gleuf (8) schuiven (afb. B is rechts inbouw, afb. G is links inbouw!). De beide moeren (17) en blikschroef (9) monteren.
LET OP: De thermostaatvoeler (7) moet altijd aan de voorzijde van de kachel (interieurzijde) gemonteerd worden. Thermostaatvoeler (7) en kapillarbuis (10) mogen in géén geval tegen de warmtewisselaar of tegen de Rachelmantel aanliggen. Bovendien moet de massaveer (30) op de bodemplaat beslist contact maken met de zijkant van de inbouwkast, zodat de piezo ontsteking zonder problemen functioneert.
9. Afb. B: Drukstang met bedieningsknop (11) in de thermisch beveiligde kraan (12) steken, zodat de pijl op de bedieningsknop naar het midden van de verwarming wijst. Ontstekingskabel (K) aan de kant tegenover de drukstang in de houder van de inbouwkast bevestigen (afb. B is rechts inbouw, afb. G is links inbouw!).
Schoorsteen
Schoorsteen zo plaatsen, dat het mogelijk is vanaf de kachel naar de schoorsteen de afoerbuis direct stijgend te verleggen.
1. Afb. C: Opening van 60 mm 0 uitzagen. Bij dubbelwandige daken een cirkelvorming opgerold blikken plaatje (19)van ca.220 mm lang en 1 mm dik inschuiven om zodoende het dak te verstevigen, zodat bij het aandraaien van de moer de schroefdraad niet vervormd wordt en e. e. a. waterdicht blijft.
2. Afb. C: Schoorsteen van bovenaf door het dak steken en binnen met schroefring (20) aandraaien.
3. Om bij de schoorsteen hei dak voor 100 % waterdicht te krijgen moet u de schroefring - nadat de kachel enkele uren gebrand heeft - nog eens aandraaien.
Afgasafvoer
Voor deze kachel mag alleen Truma RVS rookgasafvoerbuis AE 3 gebruikt worden, aangezien de kachel alleen in combinatie met deze buis getest en goedgekeurd is. Een aanzienlijke vergemakkelijking bij het buigen van de RVS buis en het aanbrengen van de O-ring,
is de Biege-Boy (BB). Zie afb. H.
1. Afb. E: Afvoerbuis als volgt op de kachel aansluiten: Afdichtplaat (22) ongeveer 3 cm op de afvoerbuis schuiven (haken wijzen naar de afvoersteun van de kachel). Drukring (25) opschuiven. O-ring (23) wijder maken en voorzichtig over de buis schuiven en afvoerbuis tot aan de aanslag in de afvoerbuisopening steken.
O-ring, drukring en afdichtingsplaat op de afvoerbuis opening schuiven. Afdichtingsplaat (22) doordraaien inhangen en met schroef (24) vast aantrekken.
2. Beschermbuis (LIR-3) over de afvoerbuis heen schuiven (deze moet van schoorsteen tot aan de achterwand van de inbouwkast lopen).
3. Afb. C: Buis met weinig bochten omhoog brengen. Gasafvoerbuis in de schoorsteen tot aan de aanslag stevig inschuiven en met een schroef (28) vastzetten.
Belangrijk: Afvoerbuis met beschermbuis moet over de hele lengte stijgend en met meerdere klemmen vast gemonteerd worden, omdat zich anders een "waterzak" vormen kan die de vrije afvoer van afvoergassen verhinderen kan.
Kachelmantel
Afb. G: Gradenring (26) en ontstekingsknop (27) in de uitspanyen van de mantel steken (afb. B is rechts inbouw, afb G is links inbouw). Stekker van de ontstekingskabel op de aansluiting (31)aan de drukknopontsteking schuiven.
Mantel van bovenaf in de inbouwkast inhangen. Bedieningsknop in de uitsparing plaatsen en mantel onderin vastzetten.
Gasaansluiting
Afb. B + G: De gastoevoerleiding (32) wordt aan de stalen gasaansluitbuis (33) met uitwendige doorsnede van 8 mm aangesloten. LET OP: De gasaansluitbuis (33) aan de kachel mag niet verbogen worden. Bij het vastzetten zorgvuldig met een tweede sleutel tegenhouden. Op aanvraag is een speciale buis, voor gasaansluiting in het interieur, leverbaar. Het gasaansluitpijpje (33) en de strip in de bodemplaat dienen hiervoor verwijderd te worden.
In Duitsland moet de gasinstallatie volgens het DVGWArbeitsblatt G 607 geschieden.
Algemeen
In Duitsland mogen alleen apparaten gebruikt worden, die op een "Nenndruck" van 50 mbaar (= 500 mm WS -50 grams gasdruk) gecontroleerd zijn.
Indien bij de inbouw in vrachtwagens verse-lucht-aanzuig-openingen aangebracht worden, moeten deze zo aangebracht worden dat geen verontreinigende lucht (afgassen, benzine- of oliedampen) in het interieur van het voertuig kan komen.
Wordt de kachel in bijzondere voertuigen (bijv. voertuigen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen) ingebouwd, moeten de voor dergelijke voertuigen geldende voorschriften nagekomen worden.
Is de bodem van het voertuig voorzien van een bodembeschermer, dan moeten alle kachelonderdelen en de ventilatiegleuf voor het interieur, die zich onder de wagen bevinden, afgedekt worden, opdat de spatnevel die ontstaat niet tot functioneringsstoringen van de kachelinstallatie leidt.
In uitzonderingsgevallen kan stof o.d. binnendringen. Hiervoor bevelen wij een bescherm-kastje aan (als extra verkrijgbaar).
Toelating
De kachel is door de DuitseVereniging van Gas- en Waterzaken e. V gecontroleerd en toegelaten:
DIN-DVGW-Reg.-Nr. 81.03 e 028
Afb. A
a = bedieningsknop b = ontstekingsknop e = fabrieksnaamplaatje d = kontrolegleuf voor de vlam e = serie-nummer (kachelommanteling verwijderen)
Ontsteken
1. Fles- en snelsluitventiel in de gasleiding openen.
2. Bedieningsknop open draaien (cijfers 1 - 10) en tot de aanslag indrukken.
3. Tegelijk de piézo-ontsteker net zo lang snel achter elkaar indrukken totdat de waakvlam brandt, bedieningsknop ca. 10 sec. ingedrukt houden, tot de thermobeveiling werkt.
4. Daarna nog 10 sec. door de controlegleuf opletten of de vlam niet door lucht in de gasleiding (veroorzaakt door een gesloten ventiel of verwisseling van gasfles) uitgaat. In geen geval na het uitgaan binnen 2 min. weer aansteken, anders ontploffingsgevaar! Dit geldt ook dan wanneer een zojuist in gebruik genomen kachel uitgaat en weer aangestoken moet worden.
In het geval dat de gasleiding met lucht gevuld is kan het ca. een minuut duren voordat er gas voor verbranding aanwezig is. Gedurende deze tijd moet men de bedieningsknop ingedrukt houden en de piëzo-ontstekingsknop telkens indrukken tot de vlam brandt.
Thermostaatinstelling
De thermostaatvoeler bevindt zich onder in de kachel. Let er a. u. b. op dat koude lucht door bijv. koelkastventilatieopeningen of kieren onder de deur e. d. de thermostaat ongunstig beïnvloedt. Deze oorzaken van tocht moeten worden verholpen aangezien er anders geen bevredigende temperatuurregeling mogelijk is.
De exacte thermostaatinstelling moet individueel voor eik voertuig bepaald worden aan de hand van de benodigde warmte en is afhankelijk van de bouwwijze van het voertuig.
Bij gebruik in combinatie met een Truma-Ventilator bevelen wij de standen 4 - 7 op de bedieningsknop aan. De Truma ventilator installatie moet zodanig aangelegd en gebruikt worden, dat de temperatuur van de luchtlaag op de voertuigbodem ongeveer gelijk is aan de gemiddelde omgevingstemperatuur.
Bij gebruik zonder Truma-Ventilator bevelen wij de standen 1 - 3 aan, aangezien in dit geval de thermostaatvoeler zich richt op de lagere temperatuur op de bodem.
Uitschakelen
Bedieningsknop op 0 instellen. Snelsluitventiel in de gasleiding sluiten. Flesventiel dichtdraaien.
Belangrijke tips
1. Elke verandering, die aan de kachel (inkl.de afgasafvoerleiding en schoorsteen) doorgevoerd wordt, alsmede het niet in acht nemen van de inbouwhandleiding, leidt tot beëindiging van de gebruiksvergunning van het voertuig. Reparaties mogen alleen door de vakman gedaan worden.
2. In Duitsland moeten vloeibaar-gasinstallaties voldoen aan de DVGW-Arbeitsblatt G 607
3. In andere landen moeten de daar geldende voorschriften worden opgevolgd.
Voor uw eigen veiligheid is het aan te raden de gehele gasinstallatie en het apparaat, speciaal in voertuigen, regelmatig (tenminste elke 2 jaar) door een vakman te laten nakijken.
4. De kachel mag bij het tanken en in de garage niet gebruikt worden.
5. Bij het voor 't eerst in gebruik nemen van een gloednieuwe kachel treedt een geringe rook-stankontwikkeling op. Het is doelmatig de kachel dan op de hoogste stand te laten branden en voor goede ventilatie in de caravan te zorgen.
6. Het aanzuigkanaal voor de verbrandingslucht onder de caravanbodem moet van vuil en sneeuwmodder vrijgehouden worden. Het aanzuigkanaal van de kachel mag daarom niet in het spatbereik van de wielen liggen, evt. spatbescherming aanbrengen. Indien de verbrandingsluchtaanvoer van de kachel door uitstekende delen zoals chassisbalken, brandstof- of andere tanks gehinderd wordt dient een verlengset (als extra leverbaar) gemonteerd te worden.
In de winter moet vòòr het ontsteken de schoorsteen sneeuwrij gemaakt worden, (in Motor Homes de T-schoorsteen). Wij raden dringend aan het schoorsteenverlengstuk SKD te gebruiken. Ingeval boven het caravandak een tweede dak (als beschermende afdekking) gemonteerd wordt, moet de schoorsteen beslist ook hier doorheen gevoerd worden. Hiervoor kunt u de schoorsteenset ILIEK gebruiken.
7. De schroefring aan de schoorsteen moet, nadat de kachel enkele uren heeft gebrand, nog eens aangedraaid worden.
De afvoer en alle aansluitingen moeten regelmatig, in ieder geval bij ontploffingen (vergeefs ontsteken) en lange ritten gecontroleerd worden. De afvoerbuis moet beslist over de gehele lengte stijgend en met meerdere klemmen vast gemonteerd verlegd zijn. Er mogen in geen geval voorwerpen op de afvoerbuis geplaatst worden, aangezien deze tot beschadigingen kunnen leiden. De gasafvoerbuis moet zowel aan de kachel als aan de schoorsteen strak en vast aangesloten zijn.
Kachels met verkeerd gemonteerde, of beschadigde gasafvoerbuizen mogen niet meer gebruikt worden!
8. De warmteafgifte van de kachel mag onder geen voorwaarde belemmerd worden. Daarom in geen geval textiel, bijv. om te drogen, voor of op de kachel hangen. Zoiets dergelijks zou uw kachel door de dan ontstane oververhitting zwaar beschadigen. Geen brandbare voorwerpen in de nabijheid van de kachel brengen! Let u hier s. v. p. goed op, dit in het belang van uw veiligheid.
9. Gaat de kachel op standplaatsen met extreme windverhoudingen, telkens uit, raden wij u aan de op de schoorsteen, opschroefbare schoorsteenverlengingsset SKD (45 cm. lang) te gebruiken, die u er voordat u gaat rijden afhaalt.
10. Bij gebruik van de kachel in Motorhomes tijdens het rijden dient de T-schoorsteen gemonteerd te worden (haaks op de rijrichting).
11. Een ongewoon brandergeruis, of het branden van de vlammen boven de branders duidt er op dat de drukregelaar defect is en een hogere druk afgeeft dan toegestaan is. De drukregelaar laten controleren en indien nodig verwisselen.
12. De verplichte ventilatieopeningen van het voertuig mogen niet gesloten worden. Deze dienen uitsluitend voor de zuurstofvoorziening van de camper en hebben met kachel niets te maken.
13. Reiniging: Het is aan te raden om minstens een keer per jaar het in de warmtewisselaar opgehoopte stof te verwijderen. Hiervoor de kachelommanteling verwijderen (onder beetpakken, naar voren trekken en omhoog tillen).
Indien de blaascapaciteit van de trumaventilator afneemt of het geluidsniveau toeneemt, dan moet het ventilatorrad met een penseel of tandenborstel schoongemaakt worden.
Deze kachel is zó geconstrueerd dat het naderhand inbouwen van een ontstekingsautomaat (ZAS) zonder problemen mogelijk is. Vraagt u nadere inlichtingen bij uw handelaar of TRUMA- importeur.